7 mei
Voor mij is 7 mei nog altijd een speciale dag. Het is de dag waarop mijn vader in 1959 een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Ik was zes jaar oud, zat samen met mijn broers tijdelijk, omdat mijn moeder een operatie moest ondergaan en zorgverlof voor vaders nog moest worden uitgevonden, in een kindertehuis in Haarlem toen mijn moeder, samen met mijn oma, kwam vertellen dat mijn vader dood was. Het hoe en waarom werd en niet bij verteld.
Het hoe heb ik vele jaren later ontdekt. Het waarom weet ik ook nu nog niet en dat zal ik wel nooit te weten komen.
Iets heeft mijn vader doen besluiten om de ramen en deuren van de keuken in onze bovenwoning dicht te doen en de gordijnen te sluiten. Daarna heeft hij de gaskraan vol open gezet en is op de grond gaan liggen met een kussen onder zijn hoofd, wachtend op, eerst de bewusteloosheid, en daarna de dood.
Wij woonden in een duplexwoning. De benedenbuurvrouw rook een sterke gaslucht en heeft de politie gebeld. Die heeft de balkondeur naar de keuken geforceerd en heeft daar mijn vader dood aangetroffen zoals ik hierboven omschreef, liggend op de grond met een kussen onder zijn hoofd.
In de woning werd een afscheidsbrief aangetroffen. Deze was gericht aan mijn moeder en aan de kinderen, aldus de omschrijving in het dagrapport van de politie Heemstede dat ik in 2021 mocht inzien. Helaas is de brief niet bewaard gebleven. Waarschijnlijk is deze aan mijn moeder gegeven maar die heeft er met mij nooit over gesproken. Helaas is ook uit inhoud niets geciteerd in het dagrapport van de politie.
Het hoe is dus wel duidelijk. Het waarom is een vraag die ik mij al mijn hele leven stel maar waar ik nooit antwoord op zal krijgen. Het moet wel iets vreselijk heftigs geweest zijn wat je doet besluiten om je vrouw en vier jonge kinderen in de steek te laten. Zo voelde het in ieder geval voor mij toen ik op 16-jarige leeftijd hoorde dat hij zelf een einde aan zijn leven had gemaakt. Mijn tante vertelde hierover, ervan uitgaande dat ik op de hoogte was van zijn daad. Dat was dus niet zo.
Over zijn dood werd sowieso thuis nooit gesproken. Dus ook al helemaal niet over zijn zelfverkozen dood. Ik ben ook niet bij zijn uitvaart geweest. Dat werd in die tijd door de deskundigen sterk afgeraden. Kinderen naar de begrafenis meenemen zou traumatisch kunnen zijn. Nu weet ik dat ze niet meenemen dat ook kan zijn.
Waarom dan? Waarom laat je alles en iedereen in de steek en laat je iedereen met heel veel vragen achter. Misschien stond het antwoord wel in de afscheidsbrief maar daar ken ik de inhoud dus niet van. Maar waarom ook ontzeg je jezelf het nodige. Je kunt je kinderen niet zien opgroeien en leert je kleinkinderen niet kennen.
In de loop der tijd heb ik wel een idee gekregen van het waarom maar het blijft onzeker. Na de verschrikkelijke ervaringen in de 2e wereldoorlog is hij bijna drie jaar als oorlogsvrijwilliger naar Nederlands-Indië gegaan. Daar is hij bijna zeker getuige geweest van vreselijke taferelen en sluit ik niet uit dat hij daar PTSS heeft opgelopen. Waarschijnlijk wist niemand toen wat PTTS was maar zeker is dat de legerleiding en de landelijke overheid geen aandacht heeft gegeven aan de verwerking van traumatische gebeurtenissen die velen daar moeten hebben ervaren.
Uiteindelijk werd het mijn vader kennelijk teveel en heeft hij zijn keuze gemaakt. Ik ga er nu van uit dat hij zich er in die geestestoestand niet van bewust is geweest wat zijn zelfverkozen dood met mij zou doen. Dat het voor mij levensloop bepalend zou worden en dat ik er ook nu, zesenzestig jaar later, nog vaak en veel mee bezig ben.
En natuurlijk ben ik niet de enige op wiens leven het van invloed is (geweest). Mijn moeder moest alleen verder. Alleen verder in een tijd die niet te vergelijken is met nu. Nu is (bijna) alles bespreekbaar, toen was er de schaamte, nu is er voor van alles en nog wat een financiële regeling, toen moest je je maar redden. Maar ook voor mijn broers en zus moet het van invloed geweest zijn op hun leven en is dat het misschien ook nu nog wel.
Reacties