TROJ

In “Lady Di” vertel ik over hoe vreselijk ik de tweekamerwoning in Amsterdam-west vond. Ik wilde dan ook niets liever dan daar weg. Ik wilde een huis met een tuintje in een leuke straat of gezellig dorp. Niet alleen voor mijzelf maar zeker ook voor mijn dochter. 

In 1975 solliciteerde ik in Friesland maar helaas wilden ze mij daar niet hebben. Voor hen een gemiste kans en voor ons heel spijtig want daar kon je toen nog voor een redelijke prijs een leuk huis kopen (of huren). Wij hadden onze keus al gemaakt. Het zou een twee onder één kap woning worden die voor fl 69.000 te koop werd aangeboden. Het werd hem dus niet.

Uiteindelijk heb ik een brief aan alle makelaars in Amsterdam gestuurd in de hoop op een positieve reactie. Helaas kwam er in eerste instantie geen enkele. Ik was niet de enige woningzoekende in Amsterdam, verdiende kennelijk teveel voor een woning in de sociale sector en was dus aangewezen op wat ook toen al het duurdere segment werd genoemd. 

Na maanden dan toch ineens een reactie. Er kwam een etagewoning op de Nassaukade vrij dat een klein makelaarskantoor aan de Stadionweg wel aan mij/ons wilde verhuren. De huur was wel vier keer hoger dan waar we woonden maar het was wel een huis met acht kamers. De oudere dame die daar jaren gewoond had was overleden. Zij verhuurde een aantal van die acht kamers aan studenten en de makelaar was op zoek naar een nieuwe hoofdhuurder die het goed vond dat de studenten op hun kamers mochten blijven wonen.

Wij met de studenten in gesprek en het klikte. Wat ons betreft mochten ze blijven. Het waren twee studenten. De één deed medicijnen, de ander studeerde Nederlands. We hebben daar ook nooit spijt van gehad. Het waren gezellige hardwerkende jongens waar we geen last van hadden. Sterker nog, we hebben er heel veel profijt van gehad. Zij compenseerden de voor ons hoge huur gedeeltelijk en later hebben ze heel vaak op onze kinderen gepast.

Met behulp van vrienden en collega’s de achtkamerwoning flink opgeknapt. De oudere dame voor ons had er waarschijnlijk de laatste vijfentwintig jaar weinig of niets aan gedaan dus was er sprake van wat achterstallig onderhoud. De kamers waren groot en meer dan drie meter hoog. Er was geen centrale verwarming maar op twee kamers stond een gaskachel. De beide studentenkamers werden met gevelkachels verwarmd. 

Diezelfde collega’s hebben, samen met familie en vrienden, geholpen met verhuizen. Onze schamele bezittingen hebben we grotendeels met een bakfiets naar onze nieuwe woonplek vervoerd, twee etages naar beneden, twee kilometer fietsen en weer twee etages omhoog. 

Ik heb er ruim zeven jaar gewoond. Het zouden zeven roerige jaren worden waar ik later nog over hoop te verhalen. Zeven jaar waarin als belangrijkste gebeurtenis de geboorte van onze zoon is te vermelden. Niet in dat huis maar net als Lady Di in de vrouwenkliniek van het Wilhelmina Gasthuis, op een vooraf afgesproken moment, met de keizersnede.  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Als ik aan mijn moeder denk

Kamperen

Niets geleerd