Verzorgingshuizen

In 1960 ging mijn toen 65 jaar oude grootmoeder naar een bejaardenhuis. In die jaren moest je, om in aanmerking te komen voor een plaats in het bejaardenhuis, kerngezond zijn. In 1960 was één van de doelen om zoveel mogelijk mensen uit de meestal te groot geworden woning te halen om woonruimte voor de baby-boomers vrij te maken. Zo ontstonden er in Nederland heel veel bejaardenhuizen, veelal met een bepaalde levenbeschouwelijke achtergrond.

Mijn grootmoeder had een gecombineerde woon- slaapkamer van ongeveer 16m2 met een afzonderlijke pantry. Tegenwoordig zouden we dat een studio noemen. Hoe goed de bedoelingen van de overheid ook waren, het was naar mijn mening mensonwaardig om bejaarden zo klein te huisvesten. Ook anno 1960. Maar goed, zij wilde het zelf, niemand heeft haar gedwongen.


De zorg was minimaal. Mijn oma kon zelf als op de pantry koken, thee en koffie zetten etc. De warme maaltijd werd, als ze dat wilde, verzorgd en op de kamer gebracht of kon in het restaurant van het huis worden genuttigd. Mijn moeder deed de was, maakte schoon en deed de boodschappen. Zorg was er alleen als je die echt nodig had. Als de zorg te intensief werd en de mantelzorgers (meestal de kinderen) niet voldoende konden bijspringen, kon je tijdelijk op de ziekenboeg worden ondergebracht. 


Anno 2021 bestaan de bejaardenhuizen niet meer. Dat zijn verzorgingshuizen geworden en je moet wel heel erg ver heen zijn om een plaats in zo’n verzorgingshuis te krijgen. Als je er eenmaal zit ben je volledig afhankelijk van de zin en het goede humeur van de verzorgenden. Zij bepalen wanneer je opstaat, wanneer je naar het toilet mag en wanneer je weer naar je bed gaat en in extreme gevallen ook nog wanneer je sterft.  Zeker, heel veel verzorgenden doen hun werk met liefde en hebben het beste voor met de zo van hun zorg afhankelijke bewoners. Maar de omstandigheden zijn niet altijd ideaal. Te weinig verzorgenden of teveel bewoners. Ook de zorg is een verdienmodel geworden.


Natuurlijk zouden kinderen meer tijd en aandacht voor hun ouders moeten hebben. Wellicht zijn er dan minder ouderen die in het verzorgingshuis terecht komen. Ouderen zijn voor velen alleen maar lastig en kosten in hun ogen de samenleving teveel geld. Voor mensen die zo denken is Covid-19 een uitkomst. Het virus dunt de populatie ouderen behoorlijk uit.  


Ik ben geen voorstander van verzorgingshuizen. Zelf zal ik alles doen om te voorkomen dat ik er ooit toe veroordeeld wordt. Zolang ik wilsbekwaam ben zal ik alles doen om te voorkomen dat ik mijn laatste dagen in een dergelijke instelling zal moeten slijten. Als wie dan ook mij wilsonbekwaam laat verklaren en ik toch in zo’n huis terecht kom dan is er in mijn testament opgenomen dat mijn kinderen maximaal onterft zullen worden. Dan krijgen zij maximaal de helft van hun kindsdeel (=legitieme portie) maar in de toekomst, na een wetswijziging, zijn zij wellicht volledig onterft. Misschien een stimulans om de wens van hun dan zeer oude vader te respecteren.


Het Corona-virus toont ook aan dat het niet handig is om veel ouderen bij elkaar te huisvesten. De verzorgende bepaald nu niet alleen wanneer je naar het toilet mag maar de overheid verteld ook wie je wanneer en onder welke omstandigheden mag ontvangen/zien. Dan kun je beter in je eigen huis blijven en maximaal thuis-en mantelzorg krijgen. Je bent in je eigen omgeving, bepaald het meeste nog zelf, mag als je kunt de deur uit en in je huis halen wie je wilt. Bovendien is het besmettingsrisico in een verzorgingshuis vele malen groter dan in je eigen huis. Het Corona-virus discrimineert niet, dat doen de mensen die het beleid maken. 




















Reacties

Populaire posts van deze blog

Als ik aan mijn moeder denk

Kamperen

Niets geleerd