Werk

Als ik mijn epistels van de afgelopen weken nog eens doorlees dan lijkt het alsof ik bezig ben met het opmaken van de balans van mijn leven. Als je van 1952 bent is naar alle waarschijnlijkheid je verleden groter dan je toekomst. Misschien komt het daardoor. Misschien ook omdat ik gewoon niets beters weet te schrijven dan dat wat mij bezig houdt en wat ik leuk vind.

Het ene verhaal is beter gelukt dan het andere. Ik denk er bij het schrijven niet echt over na. Ik schrijf op wat in me opkomt en soms loopt een verhaal beter of leest het makkelijker.

In het leven draait het volgens mij maar om twee zaken: Gezondheid en geluk!! Die zijn volgens mij wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gezond zijn en blijven is maar beperkt beïnvloedbaar. Je kunt gezond leven door gezond te eten, niet te roken, geen alcohol te gebruiken, voldoende te sporten of in ieder geval te bewegen en niet teveel stress te ervaren. Maar dat alles is geen garantie op gezondheid. Genen en erfelijkheid spelen ook nog een rol. 

Geluk kun je afdwingen door vooral je hart te volgen. In andere zaken moet je niet over één nacht ijs gaan door je keuzes rationeel te maken en de mogelijke consequenties (proberen) te overzien. Dat veel keuzes te emotioneel worden gemaakt is ook een werkelijkheid. Dat hoort ook bij het leven en is mij niet zelden overkomen. 

In mijn verhaaltjes heb ik het tot nu toe gehad over mijn liefde voor muziek, mijn kinderen, mijn eerste jaren in Amsterdam en hoe ik aankijk tegen bijvoorbeeld verzorgingshuizen en de pandemie die de wereld nu in zijn greep heeft. Maar als je aan het balansen bent horen m.i.  werk, wonen en een kijk op de maatschappij daar ook bij. In dit verhaal iets over mijn werkzame leven.

Werken is voor mij altijd een middel geweest om in mijn levensonderhoud te voorzien. Niet meer en niet minder. Ik ben van de generatie die op zijn 17e, na de technische school, maar meteen aan het werk moest. Dat was overigens niet mijn eerste werkervaring. Vanaf mijn 13e heb ik zes dagen per week kranten en reclamefolders bezorgd. Zes dagen per week om 04.00 uur uit je bed voor een paar guldens per week. Ook in de schoolvakanties werkte ik, naast het kranten en folders rondbrengen, minimaal vier van de zes weken. Meestal met het doel geld te vergaren voor de aanschaf van zaken die anders buiten mijn bereik zouden blijven. 

Op mijn 17e kwam ik bij een installatiebureau in Hoofddorp terecht. De eigenaren, de gebroeders Elsinga, koppelden mij aan een meer ervaren medewerker en hij moest mij de fijne kneepjes van het vak leren. Ik heb een jaar bij dit bedrijf gewerkt en veel geleerd maar ik had ambitieuze plannen en daar paste meer geld bij. 

Zo kwam ik bij een groot bedrijf in Haarlem terecht, de Hoop (Technisch Installatie Bureau). Later werd het bedrijf overgenomen door GTI (Groep Technische Installaties) maar toen was ik er al weer weg. Bij de Hoop vond ik het minder leuk. Het was veel werk in grote(re) bouwprojecten en voor mij erg saai. Dagenlang sleuven frezen in de muren van een ziekenhuis in aanbouw of kilometers kabel trekken. Nee dat was niet iets wat ik mijn hele leven wilde doen.

Dat hoefde ook niet want ik moest mijn dienstplicht nog vervullen. In beginsel moest in die tijd iedere gezonde jongen verplicht in militaire dienst. Destijds was dat nog 24 maanden. Als ik dan toch in het leger moest kon ik er maar beter het beste van maken. Als Kort Verband Vrijwilliger (KVV-er) tekende je voor zes jaar bij defensie maar daar kreeg je wel een gedegen opleiding voor terug waar je later, in de burgermaatschappij, veel voordeel van zou hebben.

Dat leek mij wel wat en ik solliciteerde bij de luchtmacht. Bij de luchtmacht omdat je daar een opleiding in de elektronica zou krijgen die mij wel wat leek. Na drie dagen keuren en testen op Gilze Rijen wilde ze mij niet als KVV-er hebben, ik werd afgekeurd.

Als ze mij niet vrijwillig wilde hebben bij defensie dan wilde ik ook niet verplicht worden het leger in te gaan.  Om onder de dienstplicht uit te komen waren er toen een paar mogelijkheden: Of je werd op grond van gewetensbezwaren dienstweigeraar, of je ging een aantal jaren in het onderwijs of bij de politie aan het werk. 

Dienstweigeraar was na mijn vrijwillige sollicitatie als KVV-er geen optie, het onderwijs lag door mijn vooropleiding niet binnen bereik en dus bleef er maar één optie over.

Ik solliciteerde bij de gemeentepolitie in Haarlem en in Amsterdam. In Haarlem werd het niks maar Amsterdam durfde het wel met mij aan. 

Na een dag van testen maken en gesprekken voeren mocht ik als enige van de 27 kandidaten van die dag verder. Dat verder was de medische keuring ondergaan en een sporttest afleggen. Beiden probleemloos doorstaan en op 1 juli 1972 ben ik aan de primaire opleiding begonnen. Intern aan de Sloterweg in Amsterdam. Een jaar lang vooral veel wetskennis opdoen, leren schieten met het dienstwapen van toen (een oud Belgisch wapen uit de eerste wereldoorlog) en wat "praktisch politieoptreden".   

Na de opleiding drie maanden onder begeleiding van een mentor de praktijk in. Daarna vier maanden mobiele eenheid en het “echte” politiewerk kon beginnen.

Ik moest het tot mijn 27e jaar volhouden bij de politie. Anders moest ik alsnog het leger in en dat wilde ik koste wat het kost voorkomen. Het is gelukt. Ik ben ver voorbij mijn 27e weggegaan. Na ruim 44 jaar van alles gedaan te hebben bij de politie ben ik op mijn 63e met pré-pensioen gegaan. 

Het voert te ver om alles wat ik gedaan heb bij de politie uitvoerig te beschrijven maar in chronologische volgorde heb ik gewerkt bij de uniformdienst, de districtsrecherche, de meldkamer, de criminele inlichtingendienst, de vreemdelingendienst, terug in uniform aan het wijkteam en mijn laatste werkplek was weer bij de informatieorganisatie.  

Na acht jaar uniformdienst en twee jaar avondstudie kreeg ik een leidinggevende rol. Ik maakte deel uit van het middenkader en was net 27 jaar. Ik zou kunnen stoppen en ander werk gaan zoeken maar ik had het erg naar mijn zin dus dat was niet meer aan de orde. 

Ik was 37 jaar toen ik aan een nieuw verzonnen opleiding aan de politieacademie ben begonnen en 56 toen ik de masteropleiding op de academie ben gestart. Die laatste heb ik om privéredenen niet afgemaakt. Neemt niet weg dat ik meer dan 44 jaar met heel veel plezier bij de politie heb gewerkt. Natuurlijk zijn er in 44 jaar ook dagen geweest die minder leuk waren. Die zijn op twee handen te tellen en zitten vooral in de laatste twee jaren. Dat had te maken met de reorganisatie en niets met de mensen met wie ik de laatste jaren heb gewerkt. 

Hoe dan ook als ik nu 19 jaar zou zijn, zou het zo weer doen. Ook met, of misschien juist door, de kennis en ervaring die ik in mijn leven heb opgedaan.


  





Reacties

Populaire posts van deze blog

Als ik aan mijn moeder denk

Kamperen

Niets geleerd