Oppassen

Voor veel jonge ouders is het bittere noodzaak. Als er kinderen komen moeten beide ouders buitenshuis blijven werken. De torenhoge huur- of hypotheek-  en andere woonlasten moeten toch betaald worden en de nieuwe wereldburger moet naast veel liefde, zorg en aandacht ook  gevoed en gekleed worden. Met andere woorden, de schoorsteen moet blijven roken en er moet dus geld in het laatje komen. 

Dat is ook het moment waarop naast de kinderopvang, gastouder of wat dan ook vaak de hulp van de grootouders wordt ingeroepen. Zo ook bij ons. Bijna drie jaar geleden kregen wij het verzoek of wij eens in de twee weken een dagje voor de nieuwe wereldburger konden zorgen.

Zeker, dat wilden wij. Echt heel leuk om te doen en zeker goed voor de (emotionele-) band met de kleine. Praktisch gezien is het ook geen probleem. Zeker als je, zoals wij, geen betaald werk meer hebt en je agenda niet al volstaat met andere (oppas-)afspraken. Want als je zelf drie of meer kinderen hebt en die allemaal eenzelfde aantal spruiten op de wereld zet dan kan het echt anders worden.

Nu bijna drie jaar geleden werden wij dus ook “oppas-oma en oppas-opa”. Eens in de twee weken zorgen wij voor Julia. Want oppassen vind ik in dit verband ook zo’n raar naar woord. Je past toch ook niet op je eigen kinderen, waarom dan wel op je kleinkinderen?

Vroeger woonde families vaak in hetzelfde dorp of dezelfde stad. Ouders, grootouders en dus ook kleinkinderen. Dat is anno nu veel minder vanzelfsprekend. In ons geval woont er maar één van de vijf kinderen dichtbij, nee sterker nog onder hetzelfde dak. De anderen wonen allemaal meer dan 100 km bij ons vandaan. 

Julia is een prachtig levenslustige meisje en woont dus niet onder ons dak. Eerst was er geen logeerkamer en dus vertrokken wij voor dag en douw om op tijd bij haar te zijn want de beide ouders moesten al vroeg de deur uit. Inmiddels is het appartement in de grote stad verruild voor een eengezinswoning in een middelgroot dorp in de provincie. Iets verder van ons huis maar wel met een logeerkamer. Dus gaan we nu de dag voor de zorgdag al op pad en blijven een nachtje over. 

Heerlijk vinden we het. We ontbijten samen met Julia, wandelen naar de kinderboerderij, voeren de eendjes, rijden naar een nog grotere kinderboerderij of als het minder goed weer is bakken we koekjes, puzzelen, bouwen torens, lezen boekjes voor of zingen liedjes met haar. Het is echt ontzettend leuk om te doen en het geeft een heel bijzondere band met Julia. We willen het voor geen goud meer missen.

Inmiddels is er een tweede “zorgdag” bijgekomen. Ook voor Welmoed zorgen we (tenminste) één dag in twee weken. Ik zeg tenminste want Welmoed woont met haar ouders wel onder hetzelfde dak als wij. Daardoor zien we haar dagelijks, ook omdat we samen de warme maaltijd gebruiken. Welmoed is nu net vier maanden dus daar doen we nog andere dingen mee dan met Julia maar ook dit is één groot feest dat we niet meer zouden willen missen. 

Wel voel ik mij soms schuldig voel naar de zes kleinkinderen waar we dit niet mee hebben kunnen doen. Het was ook anders. Het was een andere tijd. Wij zaten toen nog volop in het arbeidsproces. Nu zijn we vrijgesteld van betaald werk en hebben dus meer tijd. Ik zeg bewust niet alle tijd omdat we ons ook zonder de zorgtaken geen moment vervelen. Hobby’s teveel, bezigheden meer dan voldoende. 

Gedane zaken nemen geen keer maar ik zou willen dat het iets anders gelopen was. Dat wij ook voor de anderen zoveel tijd hadden kunnen vrijmaken. Dat we ook voor hen wat meer grootouders waren geweest. Het is niet anders.




















Reacties

Populaire posts van deze blog

Als ik aan mijn moeder denk

Kamperen

Niets geleerd